|
Herstel en erkenning van de Cane Corso |
In het begin van de vorige eeuw, is men begonnen met het beschrijven en categoriseren van de verschillende hondenrassen. De Cane Corso was echter behoorlijk in aantal aan het afnemen, doordat de taken waar hij voor ingezet werd ook afnamen. Vee werd op omheinde weilanden gehouden en het wild welke in het verleden een gevaar voor het vee vormden, nam sterk in aantal af. Slechts op enkele boerderijen in Italië bleef het ras gehandhaafd. De honden waren gebruiksvoorwerpen en om officiële stambomen werd door deze boeren niets gegeven. In de jaren '50 werd het ras opgemerkt door een aantal Kynologen onder wie Prof. Bonatti en Prof. Ballotta, welke de waarde van het ras voor de Kynologie inzagen. Samen zijn zij begonnen met het herstel van het ras, maar voorlopig helaas zonder succes. Begin jaren '70 kreeg dit herstel een extra impuls toen meerdere Kynologen de handen ineensloegen om het ras te herstellen. Het SACC werd opgericht in oktober '83 met het doel, om al het mogelijke te doen om het ras Cane Corso te verbeteren, te vermeerderen en te waarderen en om een selectie te versterken voor de fok en in het bijzonder om erkenning van de Ente Nazionale della Cinofilia Italiana (ENCI) te krijgen. In 1980 hadden ze in Mantova al, 3 exemplaren van Cani Corso die deel waren van het selectieplan van Paul Breber, Tipsi en Brina die ze te leen kregen en Dauno die hun geschonken was door de schoonbroer van Breber die niet meer in staat was deze te houden. Uit de dekkingen van Tipsi en Dauno kwamen zo bleek de beste puppen, zo goed dat hun zonen Basir en Bulan vandaag de dag nog steeds gezien worden als het vertrekpunt van de selectie van het ras door het SACC in Montova. In de tussentijd begon Dr. Antonio Morsiani, aangewezen door het comité van keurmeesters (georganiseerd door de ENCI) zich te richten op een rasstandaard, waarin het gewenste uiterlijk tot in detail beschreven werd. Deze rasstandaard werd goedgekeurd door het comité van keurmeesters en de directie van de ENCI in 1987. Op 20 januari 1994 erkende de ENCI (Italiaanse Kennelclub) het ras en werd een bijlage van het stamboomboek geopend. In november 1996 werd het ras voorgesteld aan de FCI en werd het internationaal erkend. Hiervoor werden 15 Cani Corso voorgesteld, van verschillende bloedlijnen, maar allen goede vertegenwoordigers van de rasstandaard. Hiermee bewees de Cane Corso over een bepaalde homogeniteit in het ras te beschikken (er was een sterke gelijkenis tussen de onderlinge honden). Bij het herstel en de erkenning van het ras, heeft het behoud van het originele karakter van de Cane Corso altijd centraal gestaan. Nancy Koper
|