Het gebit

Het zichtbaar worden en de ontwikkeling van de tanden en kiezen zijn aan bepaalde tijstippen gebonden. Als de hond ongeveer 4 maanden is gaat deze beginnen met het wisselen van het melkgebit naar het volwassen gebit. Een extra grote kluif (bv. een kalfsdijbeen) kan dan voorkomen dat uw pup op uw schoenen of meubilair gaat knagen. Ze doen dit om de pijn van de doorkomende tandjes weg te knagen. Zo'n kalfsdijbeen kan dus ook voorkomen dat u uw hondje moet straffen terwijl hij alleen maar vanwege de pijn iets zocht om op te knagen. Onnodig straffen dient absoluut vermeden te worden. Ben dus op het wisselen voorbereid.

Onderstaand schema geeft aan wanneer bij de hond welke tanden doorkomen:

Hoektanden ziet men na 3 tot 4 weken.
De derde en vierde praemolaar verschijnen na 3 tot 4 weken.
De derde snijtand ontstaat op de leeftijd van 4 weken.
De twee binnenste snijtanden ontstaan op de leeftijd van 4 tot 5 weken.
De tweede praemolaar (P2) verschijnt na 4 tot 5 weken.
De eerste molaar verschijnt na circa 4 maanden.
De eerste praemolaar (P1) (de wolfskies) verschijnt eerst na 4 tot 5 maanden.
De snijtanden en hoektanden wisselen op de leeftijd van 4 tot 5 maanden.
De tweede molaar in de onderkaak verschijnt na 4½ tot 5 maanden.
De tweede molaar in de bovenkaak verschijnt na 5 tot 6 maanden.
De praemolaren wisselen als de hond 5 tot 6 maanden oud is.
De derde molaar verschijnt na 6 tot 7 maanden.
Soms blijft de melkhoektand zitten. Men kan eerst rustig afwachten of hij alsnog wilt verdwijnen. Is de melkhoektand op de leeftijd van 9 maanden nog aanwezig, raadpleeg dan de dierenarts.

Uit ervaring kunnen we inmiddels stellen dat de Cane Corso vaak voor ligt op bovengenoemd schema. Zo komen de eerste tandjes al vaak eerder te voorschijn en ook het wisselen kan al op de leeftijd van 3 maanden beginnen.