Onderstaand artikel is
overgenomen uit de folder van de Raad van Beheer afdeling GGW (de voormalige WK
Hirschfeld Stichting).
Elleboogdysplasie
Elleboogdysplasie-onderzoek richt zich op 4 verschillende aandoeningen van
het ellebooggewricht, die echter alle op den duur tot deformatie van het
gewricht en kreupelheid kunnen leiden. Het zijn ontwikkelingsstoornissen van met
name het kraakbeen in gewrichten die onder invloed van erfelijke en andere
factoren ontstaan. Sommige honden kunne hiervan op jonge leeftijd reeds ernstige
problemen ondervinden. Bij andere zullen pas op latere leeftijd de ernstige
misvormingen in het gewricht aanleiding zijn tot kreupelheid. Het onderzoek is
gebaseerd op röntgenfoto's van de ellebogen. Omdat de oorzakelijke redenen per
ras kunnen verschillen, zal ook het aantal vereiste röntgenopnamen per ras
verschillend zijn.
Het beoordelingspanel
Een van de taken van het ED-panel van de Raad van Beheer, afdeling
Gezondheid, Gedrag en Welzijn (GGW), is de beoordeling van röntgenfoto's van de
ellebooggewrichten van honden. De röntgenfoto's, de zogenaamde ED-foto's kunnen
in principe door iedere praktiserende dierenarts die een overeenkomst met GGW
heeft gesloten, worden gemaakt. ED-foto's worden beoordeeld door een panel van
drie deskundigen. Een zo objectief mogelijke beoordeling van de foto's die voor
de ED-bestrijding onontbeerlijk is, wordt daarmee zo goed mogelijk gewaarbrogd.
De beoordeling van ED-foto's heeft tot doel informatie te verschaffen aan
fokkers en rasverenigingen die gegevens over Elleboogdyspalsie in hun
fokprogramma willen gebruiken. Röntgenfoto's ie bij GGW binnenkomen worden in
principe eens in de twee weken beoordeeld. Nadat beoordelingskosten door GGW
zijn ontvangen, wordt de uitslag verzonden, tenzij de foto's niet aan de
gestelde eisen voldoen.
ED-foto's
Voor een goede beoordeling van de ellebooggewrichten op artrose zijn twee
foto's van de hond van beide ellebogen nodig. Voor een diagnose onderzoek moeten
foto's gemaakt worden in vier richtingen. Voor beide onderzoeken moet de hond
achttien maanden oud zijn.
Terwille van de betrouwbaarheid van de beoordeling worden er hoge eisen gesteld
aan de kwaliteit en e documentatie (identificatie) van deze röntgenfoto's.
Wanneer niet aan deze eisen is voldaan, krijgt de dierarts die de röntgenfoto's
heeft gemaakt, daarvan bericht met een aantekening over hetgeen eraan mankeert
met een verzoek om nieuwe röntgenfoto's te maken. Een dergelijk verzoek wordt
direct na de beoordeling van de röntgenfoto's verzonden. Ook de eigenaar krijgt
hieromtrent bericht.
De dierenarts wordt geacht contact op te nemen met de eigenaar van de hond om
een afspraak te maken voor nieuwe ED-foto's. Het beoordelen van deze nieuwe
foto's wordt niet opnieuw in rekening gebracht.
De uitslag
Het ED-panel zal haar eindoordeel t.a.v. de elleboogkwaliteit beschrijven
als een van de volgende classificaties: Vrij, Grensgeval, Graad 1, Graad 2 of
Graad 3. In die gevallen waarin ras- of projectspecifieke bepalingen van
toepassing zijn, zal het panel zo mogelijk tevens een uitspraak doen over het
achterliggende ziekteproces.
ED-beoordeling
De artrose-beoordeling wordt uitgevoerd volgens de Internationale normen
bepaald door de "International Elbow Working Group".
De definitieve artroseclassificatie zal gelijk zijn aan de artrose-beoordeling
van de slechtst van de beide ellebooggewrichten.
Bij het ED-onderzoek zal onderscheid worden gemaakt tussen rassen die op grond
van internationale publicaties een verhoogd risico lopen. Bij deze rassen worden
vier foto's per elleboog gevraagd. Bij de overige rassen zijn twee foto's per
elleboog voorlopig voldoende.
Welke rassen dit zijn, is na te vragen bij de dierenarts of de Raad van Beheer,
afdeling GGW.
De beoordeling van de
onderdelen
De term "Elleboogdysplasie" wordt gebruikt, wanneer een of meer
van de volgende aandoeningen in een ellebooggewricht aanwezig is of zijn:
1. OCD (Osteochondritis dissecans, loslaten van een stukje kraakbeen van de
bovenarm)
2. LPC (Los processus coronoïdeus, loslaten van een stukje bot van de ellepijp)
3. LPA (Los proc.anconeus, loslaten van een stuk bot op een andere plaats van de
ellepijp)
4. Incongruentie (een niet goed "passend" gewricht door een te lange
of te korte ellepijp te opzichte van het spaakbeen).
Ieder van de genoemde afwijkingen leidt na enkele maanden tot
"artrose". Onder artrose wordt verstaan "veranderingen van een
gewricht (botreactie's) die in de loop van het ziekteproces kunnen ontstaan, die
blijvend zijn en vooral gekenmerkt worden door startpijn (kreupele stappen net
na het opstaan), "er doorheen lopen" (dus beter lopen na enige tijd)
en een terugval na veel inspanning."
Behandeling
De behandeling van een afwijkend ellebooggewricht hangt ondermeer af van de
aard en de ernst van de afwijking, de ernst van de klachten, de leeftijd van de
hond en eventueel aanwezige (complicerende) artrotische veranderingen.
Vaak is een chirurgische behandeling geïndiceerd.
Daarbij geldt dat, als er geen factoren tegen pleiten, losgeraakte bot- en
kraakbeenfragmenten (bij OCD, LPA en LPC) uit het gewricht worden verwijderd
terwijl de incongruentie zo mogelijk wordt gecorrigeerd. Artrose zelf is niet
chirurgisch te behandelen, wel de oorzaak van artrose.
Er is niet aangetoond dat er middelen zijn waarmee artrose kan worden verholpen.
Wel kunnen door het opleggen van gedragsregels en door het gebruik van
pijnstillers de klachten worden verminderd.
Het herhalen van ED-onderzoek
In het algemeen behoeft de hond dit onderzoek eenmaal in het leven te
ondergaan. In sommige gevallen is het gewenst dat het onderzoek 1 jaar later
herhaald wordt. Dit kan ook als de eigenaar hier prijs op stelt. De uitslag, die
daarbij tot stand komt, zal de eerder gegeven uitslag vanaf dat moment gaan
vervangen.
Elleboogdysplasie en fokkerij
In het algemeen geldt hoe beter de kwalificatie van de ellebogen, hoe
kleiner de kans dat de nakomelingen ED zullen ontwikkelen. Dit is echter geen
garantie dat alle nakomeningen van negatief beoordeelde honden ook negatief
zullen zijn, de kans is alleen maar groter. De wijze van vererven kan per ras
verschillen.
Rapportage
Uitslagen van het ED-onderzoek worden toegestuurd aan rasverenigingen die
een overeenkomst met GGW zijn aangegaan. Een consequetie hiervan is dat de
uitslagen openbaar moeten zijn, zowel voor de leden van de rasvereniging als
voor derden. GGW registreert geen namen van eigenaren en deze worden bij
rapportage dan ook niet vermeld.
Uw hond en ED
Eigenaren van honden waarval officieel ED-foto's zijn gemaakt vragen de
dierarts die de foto's gemaakt heeft nogal eens naar zijn of haar mening over de
toestand van de ellebogen. Wanneer de eerste indruk van de dierenarts beter is
dan de uiteindelijke uitslag, kan dit aanleiding zijn tot teleurstelling bij de
eigenaar van de hond. Het ED-panel adviseert dierenartsen daarom geen uitspraken
te doen over de toestanden van de ellebogen. Van honden die niet vrij blijken te
zijn van elleboogdysplasie, maar die hiervan geen uiterlijk verschijnselen
tonen, kan op grond van deze foto's niet voorspeld worden in welke mate ze later
problemen kunnen krijgen. Dit is afhankelijk van de aard en de ernst van de
aandoening en het gebruik en de aard van de individuele hond. Het is wel
verstandig erop toe te zien dat de hond niet te zwaar wordt en dat ook
anderszins overmatige belasting van de ellebogen wordt vermeden. Dit is
vanzelfsprekend wel afhankelijk van de eisen die aan de hond gesteld worden als
huishond of als werkhond. In geval van twijfel kunt u dit met uw dierenarts
bespreken.
ED en fokkerij
De ED-beoordeling geeft uitsluitend informatie over de toestand van de
ellebogen van de individuele hond. Gegevens over de ED-beoordeling van ouders,
nestgenoten en nakomelingen zullen bijdragen tot een nauwkeurigere indruk over
de fokwaarde van de betreffende hond. Het is daarom van belang dat de
rasvereniging over alle uislagen kunnen beschikken en dat alle ED-foto's die
gemaakt worden ook ter beoordeling aan de ED-commissie worden voorgelegd, ook
indien door de dierenarts duidelijk afwijkingen aan de ellebogen worden
gevonden. Het is wenselijk uitsluitend met ED-vrije honden te fokken, omdat dan
de kans op ED bij de nakomelingen het kleinst is. Bij rassen waarvan maar weinig
honden beschikbaar zijn en bij rassen waarin ED vaak voorkomt is dit helaas niet
altijd mogelijk. Binnen de rasverenigingen zullen fokkers in goed overleg met de
Raad van Beheer, afdeling GGW, kunnen vaststellen wat in het kader van
ED-bestrijding voor hun ras noodzakelijk en mogelijk is, en wat in de fokkerij
ten aanzien van ED nog verantwoord is.
Mochten er na het bovengestelde
nog vragen overblijven, dan kunt u zich hiermee, bij voorkeur schriftelijk,
wenden tot:
Raad van Beheer, afdeling GGW, Postbus 75901, 1070 AX te Amterdam
Telefoon/Fax 020-6794462
Voorbeeld ED-certificaat:
Bijhorende röntgenfoto's:
Wellicht zijn in de toekomst betere foto's beschikbaar.